Handen. Ik moest eraan denken. In gesprekken met patiënten realiseerde ik mij een tijd geleden dat ik een deel van mijn mimiek kwijt ben geraakt. Achter het mondmasker is mijn flauwe glimlach of een ‘big smile’ lange tijd niet te zien geweest en al die andere gezichtsuitdrukkingen die soms nauwelijks zijn te omschrijven. Mijn bewegende handen werden een steeds belangrijker uitdrukkingsmiddel. In het begin van de pandemie staken mensen nog wel eens automatisch een hand naar je uit. Telkens als ik mensen weer een elleboogje of een boks zie doen realiseer ik me hoe razendsnel dat is verdwenen, handen geven. De handen, die in het begin van de pandemie nog zo hartstochtelijk op elkaar gingen voor de zorg, zijn gaan staan voor virusgevaar. Tegelijkertijd zijn die ontelbare blauwe plastic handen goed geweest voor een even ontelbare hoeveelheid uren zorg. En ook wat aanraking. Handen zijn nooit zomaar handen.
Angelique Titulaer, Zorg(en) in beeld, 2020, fototentoonstelling in de buitenruimte rond ziekenhuis Tergooi Hilversum.
Aan het einde van de Tuilerieën, vlak bij de Place de la Concorde in Parijs staan zes ruwe granieten stenen, enigszins grof rechthoekig uitgehouwen. De stenen zijn sokkels voor zes bijzondere bronzen handen gemaakt door de Frans-Amerikaanse kunstenares Louise Bourgeois (1911– 2010) genaamd The welcoming hands. In een eerdere blogpost schreef ik al uitgebreid over haar enorme oeuvre, haar levensverhaal en de invloed op de kunst. Het lichaam speelt een essentiële rol in het werk van Bourgeois.
Louise Bourgeois – The Welcoming hands – 1996, zes granieten sokkels, brons. Tuilerieën, Parijs.
Ik moest denken aan ‘de handen’ van Louise Bourgeois omdat ze nu voor mij opeens zo metaforisch zijn voor geworden voor deze tijd maar ook omdat het zomer is en ik na alle lockdowns opeens verlang naar een lome Parijse nazomerwandeling. Ik moet ook denken aan al die handen in de kunst en hoe ze zich in verschillende betekenissen aan ons hebben laten zien.
Louise Bourgeois – The Welcoming hands – 1996, zes granieten sokkels (detail), brons. Tuilerieën, Parijs.
The welcoming hands uit 1996 zijn oorspronkelijk gemaakt voor Battery park in New York, vlak bij het vrijheidsbeeld en de bootverbinding naar Ellis Island, de aankomstplaats van migranten die er in de vroege twintigste eeuw vanuit de hele wereld aankwamen. Die plek herinnerde Bourgeois aan haar eigen komst naar de VS in 1938 en de ontvangst daar. De handen zijn een soort eerbetoon aan de VS en ‘verwelkomt’ de nieuwkomers.
The Welcoming hands in de tuinen van het Rijksmuseum, 2019.
Contact maken, aanraken, geven en ontvangen, het werk laat zich in eerste instantie gemakkelijk lezen als een appèl voor compassie en verbondenheid. ‘Het is een reeks bronzen handen in verschillende posities en de handen zijn die van mensen van verschillende leeftijden, van baby’s tot heel oud, en van verschillende kleuren”, zei Bourgeois in een interview in de New York Times. ‘Ik zou willen dat men The Welcoming hands zou vasthouden op de manier waarop een volwassene de hand van een kind vasthoudt, met een gevoel van bescherming en genegenheid’, zei Bourgeois. ‘Het onderwerp emotioneerde me, aangezien ik een Amerikaan van de eerste generatie ben. Het werk is op een specifieke manier voor een specifiek doel geïnstalleerd.’ Het toont ons ook een eenvoudig, empathisch en ontwapenend beeld in het gepolariseerde en gepolitiseerde debat over vluchtelingen.
Louise Bourgeois – The Welcoming hands – 1996, zes granieten sokkels (detail), brons. Tuilerieën, Parijs.
Na de plaatsing van The welcoming hands in Battery park kwam er protest vanuit het nabijgelegen Museum of Jewish Heritage. De handen van Bourgeois werden als aanstootgevend ervaren omdat ze volgens het museum deden denken aan afgehakte lichaamsdelen uit de concentratiekampen. Zonder medeweten van de verbijsterde Bourgeois werd het werk een heel stuk verderop geplaatst. Betekenissen verschuiven voortdurend en de context van compassie waarin de sculpturen in aanvang waren bedoeld veranderde in de nabijheid van het Joodse museum in het complete tegenovergestelde. Het werk werd uiteindelijk definitief in een aangepaste versie verplaatst naar haar geboorteland Frankrijk en is nu te bewonderen in de Tuilerieën.
Louise Bourgeois – The Welcoming hands – 1996, zes granieten sokkels, brons (details). Tuilerieën, Parijs.
Waarom kan je de handen van Bourgeois ook als afgehakte ledematen zien? In eerdere beelden van handen werd vaak een harde afsnijding gebruikt. Dat geeft al aan dat je de handen eigenlijk aan een lichaam moet denken. De uiteinden van de armen van Bourgeois lijken meer op een amputatie. Bourgeois heeft dit effect misschien ook meegenomen om de kwetsbaarheid van het lichamelijke meer te benadrukken. In een schilderij of tekening van handen zullen we dat niet denken omdat we die in de denkbeeldige ruimte van het tweedimensionale vlak er als vanzelfsprekend bij denken.
Bourgeois schaart zich met haar handen in een lange traditie van tekeningen en sculpturen van handen. Op de website van het Rijksmuseum is zelfs een speciale pagina te vinden met studies van handen door de eeuwen heen. Het overgrote deel zijn tekeningen die dienden als schets voor schilderijen of beelden.
Auguste Rodin, Mains d’amants, 1904, Marmer, 44, 3 cm, 56, 9 cm, 36, 5 cm. Foto Wally Gobetz
Auguste Rodin, die vele handen maakte, laat in Les mains amants de gladde handen verdwijnen in het grover uitgehouwen marmer van de sokkel. Zo loste hij het probleem van de ‘stompjes’ op. De handen van de geliefden zijn glad, en jong en raken elkaar op een tedere wijze. Ze grijpen elkaar nog niet vast. Ze zijn speels en onderzoekend.
Vincent van Gogh, Twee handen en twee armen, 1884, krijt op papier, 21.3 cm x 34.5 cm, collectie Van Gogh Museum, Amsterdam.
Vincent Van Gogh (1853 – 1890) laat ons in zijn schetsen de ruwe handen van boeren en arbeiders zien die hij tekende in zijn tijd in Nuenen. De gracieuze zachtheid van Rodin is hier ver te zoeken. Dit zijn handen die iets doen. Werkhanden. Handen die bijna nooit in rust zijn. Van Gogh verkeerde dagelijks in de nabijheid van de mensen die hij schilderde en tekende en identificeerde zich met hun zware bestaan. Van Gogh schreef in een van zijn brieven: ‘Ik weet dat dit het is. Maar wie liever de boeren zoetsappig ziet ga zijn gang. Ik voor mij ben er van doordrongen dat het op den duur beter resultaten geeft ze in hun ruwheid te schilderen dan conventionele liefheid er in te brengen.’1
Vincent van Gogh, Twee handen, 1884, krijt op papier, 21.3 cm x 34.5 cm, collectie Van Gogh Museum, Amsterdam.
Michelangelo Buonarroti , De schepping van Adam, 1511, fresco
Ruwe werkhanden. Je zult ze niet direct vinden aan de beroemdste armen die de kunst rijk is, die van God en Adam in Michelangelo’s prachtige fresco in de Sixtijnse kapel in Rome, De schepping van Adam, gemaakt rond 1511. God en Adam zijn hier enorm gespierd en de handen van beiden zijn zacht, sierlijk en elegant. Michelangelo haalde alles uit de kast om de anatomische kracht van zijn lichamen te tonen. Het Teylers museum in Haarlem heeft een kleine voorstudie van de Hand van God in huis. Een snippertje van de meester. In een paar goed getroffen grove krijtstreken lijkt de hand hier verrassend genoeg toch weer een beetje op die van Van Gogh. God’s verborgen werkhanden.
Het fresco van Michelangelo is misschien wel het meest geparodieerde kunstwerk op aarde. De grafisch ontwerper Santiago Arbeito maakte voor een indoor voetbalzaal in Buenos Aires een versie van het werk met in de hoofdrol Diego Maradona als God die de vinger van Lionel Messi aanraakt. Een vette knipoog uiteraard naar zijn handsbal tijdens de kwartfinale van het wereldkampioenschap van 1986 waardoor Argentinië van Engeland won. Maradona verklaarde dat de bal deels was gemaakt met het hoofd en deels met de ‘de Hand van god’.
Michelangelo – De hand van God (detail), c. 1511. Rood krijt op papier, 29.6 x 19.5 cm. Collectie Teylers Museum Haarlem.
De eenvoudige Biddende handen van Albrecht Dürer uit 1508 staan ver af van het machismo van Michelangelo’s fresco. De voorstudie van een apostel voor een altaarstuk is uiteindelijk een geliefd kunstwerk geworden. In zijn Studie van handen zien we verschillende expressies met betekenissen uit zijn tijd. De wijzende vinger wordt vaak beschouwd als een gebaar dat ‘het spreken’ aangeeft. We zien een hand die bijna demonstratief de steel van een bloem tussen duim en wijsvinger klemt, een symbool van hofmakerij. De derde hand staat voor het hebben van seks. Bij elkaar een wonderlijk groepje handen.
Albrecht Dürer, Biddende handen, , 1508, krijt en inkt op blauw papier, 29.1 x 19.7 cm. / Studies van Dürer’s linker hand (recto), 1493/1494, pen and inkt, 27 x 18 cm, Albertina, Wenen.
Ik wil deze ode aan de handen afsluiten met het oeroude Cueva de las Manos, de ‘grot van de handen’ in het zuiden van Argentinië. Prachtige rotstekeningen zijn bewaard gebleven op wanden waarop in het hele grottenstelsel zo’n 2000 handen te zien zijn. Ze zijn ongeveer 10.000 jaar oud. Ze hebben iets ontroerends. Sommigen zijn in negatief, andere positief. Het merendeel zijn linkerhanden wat betekent dat een rechterhand ze heeft geschilderd. Ook zijn sommige dieren te zien zoals wilde lama’s. De betekenis van de schilderingen is niet eenduidig maar de kunstenaars hebben behoorlijke kennis van kleurpigmenten gehad. Er zijn verschillende natuurlijke pigmenten gebruikt en diverse ijzeroxides om de warme rijkdom aan kleuren te verkrijgen. Zo allemaal bij elkaar lijken de handen te zwaaien, een menigte mensen zonder lichamen. Een krachtige verbeelding van de magie van onze handen. Verwelkoming, liefdevolle aanraking, dragende handen, handen die vastklampen, afwerende handen, smekende handen, woedende vuisten. Handen zijn nooit zomaar handen.
Cueva de las Manos, Argentinië, ong. 10.000 jaar vc. Foto David Wood
The Welcoming hands is te zien in de Tuilerieën in Parijs en is ook van 25 mei t/m 3 november 2019 te zien geweest in de tuin van het Rijksmuseum Amsterdam.
Noten
Vincent Van Gogh (2003), Ik heb een vuur in mij – zijn mooiste brieven – pag 550, Amsterdam, uitgeverij Hollands diep.
Mooi verhaal! Met als toevoeging dat er sinds jarenlang wanneer een student afstudeerde aan de Universiteit voor Humanistiek een handafdruk met verf op de muur van de universiteit werd geplaatst (meestal 2 handen) met daarbij de naam en datum van afstuderen. In het oude gebouw aan de Drift rechtstreeks op de muur, in het gebouw aan de Werff zijn er panelen van gemaakt.
Hartelijke groet,
Anke
Dag Anke,
Uiteraard. Dat had ik als alumnus van de UvH natuurlijk wel moeten invoegen. Dank voor de aanvulling.
Groet Rob.