‘Mijn gedachten bonken tegen de muren’ zei een patiënt tijdens een gesprek eens tegen mij: ‘dit is gewoon een gevangenis’. Ze was opgenomen met een gevaarlijke bacterie en had bij binnenkomst al griep onder de leden. Dat betekende voor haar een periode doorbrengen in contact-druppel isolatie en vastgeklonken aan een infuus. Ze voelde zich beklemd in haar lichaam en haar gedachten draaiden in cirkels. Net als andere zorgverleners trad ik haar als humanistisch geestelijk verzorger tegemoet in beschermende kleding en een mondmasker. Het mondkapje maakte mijn stem dof en afgeplat. Mijn ogen en handen brachten nog wat expressie. Ze had grote behoefte aan vrijheid en deze opsluiting maakte haar paniekerig en opstandig. Als kind zocht ze al de rust en ruimte van het buiten zijn.
Op dit moment wordt het begrip isolatie voorzien van nieuwe vormen en beelden door de wereldwijde uitbraak van het coronavirus waarbij niet alleen mensen maar ook instellingen stadions, straten, steden en hele gebieden zorgvuldig worden afgesloten van de buitenwereld.
Een opname in het ziekenhuis kan ook veiligheid betekenen. Even verlost van een complexe thuissituatie bijvoorbeeld of de zekerheid van zorgverleners om je heen wanneer je het gevoel hebt dat je geen greep meer hebt op je eigen lichaam.
De gevangeniscel was voor Jason Walters, betrokken bij de Hofstadgroep, een plek waar hij de filosofie ontdekte en geestelijke bevrijding vond uit zijn jihadistische gedachtengoed. Anderen ervaren daarentegen ontheemding, eenzaamheid, pijn en wanhoop en blijven met hun gedachten tegen de muren bonken. De cel kan zich manifesteren in oneindig veel gedaanten, van studeerkamer tot separeer.