Die eenvoud wilde Bruna ook bereiken in de wijze waarop hij tekende. In een interview met Vrij Nederland zegt hij: “Ik ben per boek een paar maanden bezig. Het moeilijkste van het hele proces is toch het vereenvoudigen. Je wil uiteindelijk het zo hebben dat je denkt, nou dat kan ik ook. Dat het zo eenvoudig is.” Bruna’s werk werd niet gezien als kunst, in eerste instantie ook niet direct door hemzelf. Pas aan het einde van zijn leven werd hij ook als kunstenaar erkend en in 2015 kreeg hij een tentoonstelling in het Rijksmuseum waar vooral zijn kunstenaarschap en zijn inspiratiebronnen centraal stonden. Wim Pijbes, destijds directeur van het Rijksmuseum stelde hem gelijk aan Vermeer, Mondriaan en Rembrandt. Dat is misschien wel erg groot maar Bruna is lang als kunstenaar over het hoofd gezien.
Dick Bruna werd geboren in 1927 in Utrecht. Hij zou er vrijwel zijn hele leven blijven wonen en werken. Hij overleed in 2017, twee jaar voor de tramaanslag. Zijn vader was uitgever, net als zijn grootvader en had na de bezetting het idee dat zijn zoon in zijn voetsporen zou treden en de uitgeverij in zou gaan. Hij ging naar Londen en Parijs en raakte in de ban van de kunst. Hij bezocht er veel musea en na zijn terugkeer in Nederland ging hij studeren aan Rijksacademie van beeldende kunsten in Amsterdam. Hij brak de studie af om voor de uitgeverij van zijn vader boekomslagen te maken. Het zouden er zo’n 1800 worden, merendeels in de Zwarte beertjes-reeks. De honderden omslagen van vooral detectives waren eenvoudig, krachtig en met primaire kleuren ontworpen.
Ik ben geen kunstkenner, maar is het heel gek als ik zeg dat Mondriaan terugging naar de essentie in vorm en Dick Bruna de essentie zocht en vond in de emotie. Daarom past Nijntje zo bij deze rampzalige gebeurtenis.