De Australische kunstcriticus John McDonald merkte over het werk van Mueck op: Het is lang geleden dat kunstenaars zich op hun gemak voelden met het renaissancistische idee van “de mens als maat van alle dingen”. Mueck heeft aangetoond dat kijkers door schaalmanipulatie en een veeleisend realisme geconfronteerd kunnen worden met de complexiteit van hun eigen relatie met andere mensen.’ Er schuilen subtiele morele ordeningen in het onderzoek naar die relatie met andere mensen waar het werk van Mueck toe aanspoort. Naar wie kijk ik? Wat denk ik eigenlijk van deze mensen?
Mueck verbeeldt het bestaan van mensen met een zorgvuldige existentiële scherpte. In de wereld van Mueck kijken we naar de mens zelf en zijn we deelgenoot van een gestold moment in het bestaan. Politieke, religieuze en sociale omstandigheden blijven goeddeels uit beeld of worden losjes gesuggereerd. De sculpturen laten er niet veel over los. Ook de titels zijn neutraal en functioneel.
We zien alles, rimpels, oneffenheden in de huid, lange teennagels, plakkerige haren en vetrollen. Deze mensen zijn duidelijk geen weerspiegelingen van een glamourachtige wereld van slanke perfect ogende Hollywood sterren of goedverzorgde presentatoren van mediaprogramma’s. Hier gebeurt dan ook iets totaal anders dan in de ontmoeting met een wassen beeld van André Hazes of Beyoncé in de collectie van Madame Tussaud. Deze mensen weerspiegelen een wereld die raakt aan het gewone, het alledaagse, het kwetsbare en het imperfecte. De herkenbare wereld waar de meeste mensen in leven.